Bij arrest van 19 september jl. heeft het Hof van Cassatie het beroep van plastisch chirurg Hoeyberghs verworpen. Hoeyberghs werd in hoger beroep veroordeeld wegens aanzetten tot haat, het aanzetten tot geweld en seksisme.
Een belangrijke overweging in het arrest met betrekking tot het misdrijf seksisme is dat bij gebrek aan een specifieke betwisting daarover in de conclusie, de strafrechter het opzet om misprijzen voor een bepaalde persoon te uiten of die persoon als minderwaardig te beschouwen, niet uitdrukkelijk bewezen moet verklaren. Het opzet kan immers blijken uit feitelijke omstandigheden zoals de aard en de context van bepaalde gezegden van de dader, die redelijkerwijze voor geen andere uitlegging vatbaar zijn.
Evenmin moet de strafrechter uitdrukkelijk motiveren waarom aan de openbaarheidsvereiste uit art. 444 Sw. is voldaan, indien de feitelijke omstandigheden uit de vaststellingen van de rechter blijken.
Voor een bespreking van de misdrijven seksisme en aanzetten tot haat toegepast op de feitelijke omstandigheden van deze spraakmakende zaak kan worden verwezen naar: F. DE WAEL en L. CLAES, “De zaak Hoeyberghs strafrechtelijk onder de loep genomen”,
De Juristenkrant 2022, nr. 442, 3-5"
The body content of your post goes here. To edit this text, click on it and delete this default text and start typing your own or paste your own from a different source.